Je huis verbouwen of een nieuwe ruimte inrichten? Dan komt het aanleggen van elektra vaak om de hoek kijken. Het is een klus die je zorgvuldig moet aanpakken, want veiligheid staat voorop. Elektriciteit is een belangrijk onderdeel van je woning, van stopcontacten tot verlichting. Maar hoe pak je dat aan?
Een plan maken
Voordat je met kabels en schroevendraaiers in de weer gaat, heb je een duidelijk plan nodig. Teken op papier waar je stopcontacten, schakelaars en lichtpunten wilt hebben. Dit helpt je om overzicht te houden en voorkomt dat je halverwege de klus vastloopt. Denk na over de plekken waar je apparaten gebruikt, zoals in de keuken of woonkamer. Een tekening met de juiste kleurcodes voor draden is handig: bruin voor stroomaanvoer, blauw voor stroomafvoer, zwart voor schakeldraad naar een lamp en geel-groen voor de aardedraad. Controleer ook of je groepenkast genoeg groepen heeft. Een keuken met zware apparaten vraagt bijvoorbeeld om minimaal twee groepen, omdat de belasting al snel boven de 3680 watt kan uitkomen. Als je twijfelt over je plan, laat het dan nakijken door een elektrotechnisch installateur. Zo weet je zeker dat je op de goede weg bent.
Veiligheid boven alles
Werken met elektra brengt risico’s met zich mee, dus veiligheid is een prioriteit. Schakel altijd de stroom uit in de groepenkast voordat je begint. Gebruik een tweepolige spanningstester om te controleren of er echt geen spanning op de draden staat. Een simpele schroevendraaier met een lampje is niet betrouwbaar genoeg. Zorg dat je gereedschap geïsoleerd is, zoals een kniptang of schroevendraaier met een plastic laag over het metaal. Dit voorkomt ongelukken als je per ongeluk een draad raakt. In de badkamer gelden extra regels. Hier zijn zones waar je geen stopcontacten mag plaatsen, zoals vlak bij de douche. Alleen in zone 3, verder weg van water, zijn geaarde stopcontacten toegestaan. Een aardlekschakelaar van 30 milliampère is verplicht in de groepenkast om je te beschermen tegen stroomlekkage. Als je huis ouder is dan 1975, check dan of deze aanwezig is.
Materialen kiezen
Voor een goede installatie heb je de juiste spullen nodig. Gebruik pvc-elektrabuis voor installatiedraden, lasdozen voor aftakkingen en inbouwdozen voor stopcontacten en schakelaars. Alles moet een Kema-keurmerk hebben, zodat je zeker weet dat het voldoet aan de veiligheidsnormen. Draden hebben standaardkleuren: bruin, blauw, zwart en geel-groen. Houd je hieraan om verwarring te voorkomen. Voor het wegwerken van kabels in muren gebruik je een sleuvenfrees om nette gleuven te maken. Werk met een stofzuiger om rommel te beperken en draag een veiligheidsbril. Als je kabels door een flexibele buis trekt, gebruik dan een trekveer, maar werk van boven naar beneden om haken te voorkomen. Stopcontacten plaats je idealiter op 30 tot 40 centimeter hoogte, in de keuken vaak hoger, rond de 110 centimeter.
Een professional inschakelen
Sommige klussen kun je prima zelf doen, zoals het aansluiten van een lamp of een extra stopcontact. Maar voor ingewikkelde taken, zoals het vervangen van een groepenkast of het aanleggen van krachtstroom, is een elektrotechnisch installateur een betere keuze. In Nederland mag je veel zelf doen, maar een ondeugdelijke installatie kan problemen geven met je verzekering als er iets misgaat, zoals brand. Een professional werkt volgens normen zoals NEN 1010 en zorgt dat alles veilig is aangesloten. Laat je werk altijd controleren door een erkende installateur, vooral als je niet zeker bent van je eigen kennis. Dit geeft rust en voorkomt risico’s.
Met een goed plan, de juiste materialen en aandacht voor veiligheid kun je zelf een heel eind komen met het aanleggen van elektra. Begin klein, zoals met een extra stopcontact, en bouw je ervaring op. Twijfel je over een stap of wil je zeker weten dat alles klopt? Schakel dan een elektrotechnisch installateur in. Zo weet je dat je installatie veilig is en je huis klaar is voor al je elektrische apparaten. Neem de tijd, werk netjes en je hebt straks een installatie waar je trots op kunt zijn.